zaterdag 30 januari 2016

De eerste keer

Mooi was ze, prachtig was ze en een jaar ouder dan ik. Ze heette Pia en eindelijk was het me gelukt om haar een keertje mee te krijgen naar de film. Welke weet ik niet meer maar dat was ook niet belangrijk

Nadat ik eerst een tijdje de rugleuning van haar bioscoopstoel had gestreeld bij wijze van oefening, ging ze wat dichter tegen me aan zitten en voelde ik de warmte van haar lijf. Voor het eerst met een echt meisje op stap, en ik? Ik straalde pure onrust uit. Dat zal ze gemerkt hebben want op de terugweg vlak bij haar huis waar ik ondanks mijn vurige wens niet mee naar binnen kon omdat haar huisgenote en collega thuis was, leerde ze me zoeken naar een met zacht mos bedekt plekje onder de struiken en wilde me het struikgewas intrekken. De angst sloeg me om het hart maar het was mijn eigen schuld, had ik niet steeds aan haar gezeten met mijn onderzoekende handen?
De ontdekkingstocht onder haar rood/blauw gestreepte jurk deed haar op de grond belanden tussen het struikgewas van onze baas, de tuin van de postdirectie.
Na een uurtje moest ze naar binnen nog in het bezit van haar maagdelijkheid wat mijn aandeel daarvan betrof. Wist ik veel van de meisjes uit het land van hooiberg en boerenzolder. Nog steeds als 'knaap' aar huis waar ik nog lang met een pijnlijk scrotum dat voor niets geproduceerd zaad had geprobeerd te slijten aan het mooie wicht, dat daar zaairijp maar vruchteloos onder de struiken had gelegen.

Het toeval wilde dat ik later toen ik allang getrouwd was, vlak bij het park van de 'zonde' kwam te wonen en dagelijks langs de plek liep om naar het postkantoor te gaan. En elke keer dacht ik weer aan die dag dat ik......nou ja.
Heftig verliefd was ik destijds en vasthoudend als een terriƫr (sorry Fritz) als ik was, weigerde ik te beseffen dat ze na die avond van de film niets meer van me wilde weten. Had ik dan zo gefaald? Ach, ik stond nog maar aan het begin van het kronkelpad van de liefde. Ik snapte niks van vrouwen.
Ze kwam uit een dorp dichtbij de Waddenzee en op een dag wachtte ik haar op om een eindje mee op te fietsen op weg naar haar ouderlijk huis. Het was weekend en ze ging dan altijd naar huis.
Haar huisgenote van het Zuiderpark fietste met haar mee. Om mij af te schudden denk ik. Dat had mij wakker moeten schudden maar ja al had ik naar het dorp moeten fietsen, had ik het gedaan. Toen mijn volharding te lang duurde keerde het 'mormel' zich om en fietste met een blik van; 'Ik zie je wel en fietste terug. In een vriendelijk bosje stapte 'mijn' Pia van de fiets en heel wat minder vriendelijk, zeg maar wreed / angstig rukte ze in plaats van haar kleren, mijn hart uit. Ik wist het, ik wist het ineens, dit moet zo zijn in de wereld van een jongeman die alles nog ervaren moet.
Niets wilde ze met me en ik draaide me om en fietste terug naar de stad.
 Bij het nieuwe kanaal aangekomen onder de spoorbrug ( was dat geen mooie plek om je van het leven te beroven? je gruwelijk verminkte lijk van de spoorbrug in het water te voelen plonzen?)  Ik besloot dat vonnis niet te voltrekken al was het kerkhof vlakbij en probeerde me toch maar te troosten met de wijze woorden die mijn moeder zei toen ik thuis kwam; er is gain hand moar een land vol wat dan op alle 'huwbare dames van het vrouwelijk geslacht' sloeg maar welke lichtzinnige woorden slechts mijn hoogstpersoonlijke afkeer van het leven versterkten.

Nadien op het postkantoor deden Pia en ik net alsof er nooit iets was voorgevallen en dat was ook zo eigenlijk. Pia's collega's gooiden nog wel eens plagerig een aasvisje uit maar het waren wat plagerijtjes als ik met de koffie langs kwam. Dat was de taak van de 'jongelingen' zoals de telegrambestellers werden genoemd; he, jongeling!!! Waar blijft de koffie. Ja we waren slaafjes. maar het was wel leuke tijd.

Volgende keer verder.

Joop

5 opmerkingen: